Osteopathie

Een manuele methode gebaseerd op principes uit de anatomie, embryologie, neurologie en fysologie.

Osteopathie is een alternatieve geneeswijze die uitgaat van de veronderstelling dat een verminderde beweeglijkheid van weefsels en structuren in het lichaam een nadelige invloed heeft op de gezondheid. Osteopaten zijn in staat om een dergelijke dysfunctie met hun handen op te sporen en door middel van manuele technieken weer beweeglijker te maken. Osteopaten verlenen zorg in de eerste lijn en beschouwen hun behandelmethodiek als complementair aan de reguliere geneeswijze.

Osteopathie en klassieke geneeswijze.

Het grote verschil tussen osteopathie en klassieke geneeswijze zit in het onderscheid functioneel – structureel. De osteopaat behandelt voornamelijk klachten die een functionele achtergrond hebben. Vaak heeft de klassieke arts het bewegingsapparaat, het orgaanstelsel of het bloed onderzocht en is er geen onmiddellijke verklaring te vinden voor de aanhoudende symptomen.

Stel, een patiënt komt bij de osteopaat met lage rugklachten. Een valpartij kan bijvoorbeeld een spierscheur (structurele verandering) hebben veroorzaakt en zo resulteren in terugkerende pijn. De osteopaat kan dan in eerste instantie niet helpen.

Wanneer echter na radiologisch of ander onderzoek geen structurele veranderingen worden vastgesteld, ligt de oorzaak van de klacht wellicht in het functionele: in de mobiliteit van gewrichten, de doorbloeding, geïrriteerde zenuwen of overspannen spieren.

Ook als de patiënt gedurende een tijd wordt behandeld met medicatie en de klacht verdwijnt niet, kan dit wijzen op een functionele klacht of bewegingsbeperking die op de achtergrond voortdurend de pijnzone prikkelt. In beide gevallen kan een osteopathische behandeling aangewezen zijn. De osteopaat zal zijn behandeling pas starten wanneer hij zeker weet dat er geen ernstige structurele letsels aanwezig zijn, of wanneer deze zijn hersteld.

Geen alternatieve geneeswijze.

Daarom zeggen we ook dat osteopathie geen ‘alternatieve geneeswijze’ is, met alternatief in de betekenis van ‘vervangend, of een andere goede mogelijkheid’. Het is een functionele geneeswijze die andere geneeswijzen aanvult. Vandaar de term ‘complementaire geneeswijze’.

Samenwerking met artsen en zorgverleners.

De structuur en de functie van het lichaam zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Vertoont de structuur een probleem, dan zal de functie of de beweging ook moeilijkheden ondervinden. Omgekeerd geldt hetzelfde: als je lang met functiestoornissen blijft rondlopen – door bijvoorbeeld een gestoord gebruik van gewrichten – dan zal de structuur (van deze gewrichten) daar ook onder lijden.

Het is belangrijk dat je arts op de hoogte is van eventuele behandelingen bij complementaire zorgverleners. Zowel de arts (voor structurele klachten) als de osteopaat (voor functionele klachten) hebben hun specifieke werkterrein en kennen hun eigen grenzen. Daarom zijn professionele en geregistreerde osteopaten aanbevolen. Zij zijn correct opgeleid om klachten uit het klassieke terrein te herkennen en om, indien nodig, door te verwijzen.

Overigens sturen ook steeds meer klassieke artsen patiënten door naar een professionele osteopaat. De samenwerking met artsen en zorgverleners uit complementaire geneeswijzen is een belangrijke pijler binnen de praktijk voor osteopathie. En bij deze multidisciplinaire samenwerking is ook de patiënt gebaat. Transparantie is hierbij het codewoord.